Back to Top

Elke dag zijn we wel aan het tellen, bijvoorbeeld ‘Hoeveel kinderen zijn er?’ ‘Wie heeft er een banaan bij zich?’ ‘Wat is de datum?’ Hier hoort ook bij dat ze evenveel voorwerpen kunnen pakken/aanwijzen en later ook het herkennen van het juiste cijfer erbij. Het streven is dat de kinderen eind groep 2 kunnen tellen t/m 20 en de juiste getalsymbolen daarbij weten en ook kunnen terugtellen!
Naast dat tellen kijken we ook verder; ‘Zijn er meer of minder meisjes dan jongens?’ ‘Zijn er evenveel appels als bananen?’ ‘En als je mijn appel nu erbij telt, waarvan zijn er dan de meeste?’

We starten de dag vaak met de vraag; ‘Welke dag is het vandaag?’ Ook vragen we naar gisteren, morgen, de datum. Dit is een stukje tijds oriëntatie. Daarbij hoort ook de dag doornemen; ‘wat doen we eerst en wat komt er daarna.’ Hier gebruiken we de dagritmekaarten bij. Dit is voor veel kinderen een houvast, zo weten ze wat ze op de dag kunnen verwachten.
In de bouwhoek bouwen we met grote blokken, lego, kapla, etc. We bedenken zelf wat we maken of we maken een voorbeeld na. Of zelf een bouw ontwerp tekenen en daarna nabouwen. Ook hebben we kleiner constructiemateriaal waarmee we dit soort activiteiten aan een tafeltje kunnen doen. Naast dat bouwen, gaan we ook meten met die materialen; zoals van groot naar klein leggen, het hoogste gebouw aanwijzen, enz.

Dit is een klein stukje van ons reken onderwijs, wat we aanbieden in de kring, met ontwikkelingsmateriaal, in het spel of op de tablet. Natuurlijk valt er tijdens de buitenlessen ook veel te leren op rekengebied.